Algemeen over het project

Wie zitten er achter dit project?

Het project is opgezet door Karin de Bruin Sportpsycholoog, die zich al sinds het jaar 2000 heeft gespecialiseerd in eetproblemen in de sport. Het beoefenen van topsport, met name in gewichtsgerelateerde sporten, maakt het risico op de ontwikkeling van verstoord eetgedrag dermate groot, dat Karin het essentieel acht dat de sport investeert in het voorkómen ervan, zowel op het niveau van beleid als in de coaching en training/opleiding van sporters. Samen met studenten en oud-studenten van de opleidingen sport- en prestatiepsychologie en diëtetiek van de VU, HvA en UvA, die van binnenuit weten welke uitdagingen de topsport kent qua gewichtsmanagement en lichaamsbeeld, heeft zij de (w)eetwatjedoet trainingen voor sporters, coaches en trainers, staf en ouders ontwikkeld.

Het project is tot stand gekomen in samenwerking met:

  • Subsidieverstrekker ZONMW, Sportinnovatorprijs 2018 Mind your Fitness.
  • Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit Gedrags- en Bewegingswetenschappen (dr. R. Oudejans en dr. R. Pijpers), bestuurlijk verantwoordelijke en onderzoekspartner.
  • Hogeschool van Amsterdam, Kennisinstituut Bewegen, Sport en Voeding, lectoraat Gewichtsmanagement (Prof. dr. P. Weis), lectoraat Leren en Presteren in Sport (Dr. R. Oudejans); maatschappelijke organisatie, kenniscentrum.
  • Prestum (M. Kevenaar, S. Dusée), New Health Collective (M. de Venster), online trainingsplatform.
  • Buro Puur, nu Stichting Kiem (P. Bos, E. Timmer), kenniscentrum voorlichting, training, ervaringsdeskundigheid.
  • Nederlandse Triatlon Bond (A. Berk, technisch directeur)
  • Judobond Nederland (B. vd Broek, coördinator sportparticipatie)
  • Vormgeving website: Cunera Joosten
  • Tekstschrijver: Charlotte Sederel
  • Websiteontwerp: Anne-Marie de Haan, Studio Bicker
  • Video: Remy Cats, FiftyOne

 

Hoe is dit project tot stand gekomen?

Karin de Bruin vertelt: “In mijn sportpsychologiepraktijk heb ik veel sporters met eetstoornissen behandeld en met lede ogen toegekeken hoeveel moeite het hen kostte hiervan te herstellen. In plaats van ingrijpen als het al te laat is, wilde ik graag helpen om eetproblemen vóór te zijn. In dat verband werd ik door sportbonden en -verenigingen al regelmatig benaderd om een lezing of voorlichting te geven over hoe zij eetproblematiek vroeger kunnen signaleren en kunnen voorkómen. Ik merkte dat een eenmalige bijdrage niet het verschil kan maken, waardoor ik er steeds vaker op aanstuurde om samen structureel beleid te ontwikkelen.

Een aantal jaren geleden kwam ik in USA het succesvolle Female Athlete Body Project van Carolyn Becker en Tiffany Stewart tegen. Een preventietraining om eetstoornissen bij vrouwelijke sporters te voorkómen. Ik raakte geïnspireerd en kreeg toestemming om FAB als basis te gebruiken om een eetstoornispreventieprogramma te ontwikkelen voor de Nederlandse sport. Met een aantal studenten van de VU en de UvA ben ik de eerste pilots gestart om te zien of en hoe deze aanpak ook in Nederland succesvol zou kunnen worden. Na de vele enthousiaste reacties van sporters, trainers en staf/bestuur en veelbelovende resultaten uit onze evaluatiestudies, besloot ik om in 2018 mee te dingen naar een subsidie van ZONMW om dit project op te kunnen schalen en uit te kunnen rollen voor alle sporters, mannen én vrouwen, jong en oud, uit de verschillende risicosporten en in heel Nederland. Niet alleen trainingen ontwikkelen voor sporters, maar ook voor ouders, trainers, coaches, staf en bestuur, en deze trainingen inbedden en effectief maken met training reinforcement. Dat was de geboorte van (W)eet wat je doet.

Al in 2005 was ik bezig met het samenstellen van een werkgroep voor eetstoornissen en sport; ook in 2010 hebben een aantal experts op dit vlak de handen ineengeslagen en een folder, brochure, meldpunt en zorgkaart met NOCNSF ontwikkeld, maar deze initiatieven zijn helaas niet voldoende doorgepakt. Ik wil een integrale aanpak om de preventie en signalering van eetstoornissen in de Nederlandse sport op de kaart te zetten en te houden. Door het winnen van de Sportinnovatorprijs 2018 kan ik met mijn weet-team deze dromen en ambities waarmaken.”

Hoe weten we dat dit werkt?

Ten eerste door onze ervaringen als trainers en de reacties die we krijgen van de deelnemers. Onze trainers merken dat eetproblemen en weerbaarheid na onze trainingen meer op het netvlies staan en bespreekbaarder zijn gemaakt. Ook hebben we sporters met eetproblemen gesignaleerd, die na een verwijzing succesvol zijn behandeld en hun topsport nu weer op een gezonde wijze kunnen beoefenen.

Daarnaast hebben we diverse wetenschappelijke studies gedaan in triatlon, turnen, dans, cheerleading en roeien, met voormetingen en nametingen direct na de training en na 6 weken, en indien mogelijk ook na 3 maanden en 1 jaar. Sporters die de online training hebben gevolgd rapporteren zich meer bewust te zijn geworden van hun voeding, méér te eten als ze intensiever sporten en zich minder schuldig te voelen als ze een keertje ongezond hebben gegeten. Uit de studies naar de effecten van de face-to-face trainingen zien we direct na de training en soms zelfs nog na 6 weken een significante vermindering van risicofactoren op verstoord eetgedrag, zoals

  1. Verminderde internalisatie dunheidsideaal;
  2. Minder ervaren druk in de sport/dansomgeving;
  3. Verbeterde perceptie van het lichaamsbeeld.

Om de effecten van onze trainingen nóg verder in te laten dalen, maken we nu ook gebruik van reinforcement in de vorm van een 8-weekse mailing waarin de boodschappen van de training worden herhaald en sporters worden gestimuleerd verdere stappen te zetten of aan de bel te trekken als ze vastlopen en meer steun of zorg nodig hebben.

Wat houdt de wetenschappelijke onderbouwing in?

Het (w)eetwatjedoet programma is gebaseerd op elementen van het FAB, die we hebben geactualiseerd en hebben uitgebreid met (sport)psychologische kennis. We maken gebruik van theoretische modellen (zoals het Dual Pathway of Eating Pathology van Eric Stice en collega’s), diverse position stands en protocollen van onder andere het IOC en NOCNSF (RED-S van Mountjoy en collega’s; 2014; protocol verantwoord op gewicht komen, Ceelen & Ambergen, 2016), internationale en nationale onderzoeksresultaten (o.a. Gal & De Bruin, 2014; De Bruin & Oudejans, 2018; Sherman & Thompson, 2010; diverse studies van Jorunn Sundgot-Borgen), psychologische principes zoals cognitieve dissonantie (Stewart et al., 2014) en sportpsychologische kaders zoals mindset (Carol Dweck), zelfdeterminantie (Deci & Ryan) en taakgericht motivatieklimaat (Duda & Nichols).

Hiermee hebben we een gedegen wetenschappelijke basis gelegd voor ons programma.

Verder evalueren we elke training en stellen we bij op basis van de feedback van de deelnemers. Als dit leidt tot een hogere waardering, houden we de aanpassing in het programma.

Waarom is dit project nodig? Hoe vaak komen eetstoornissen in topsport eigenlijk voor?

Eetstoornissen en verstoord eetgedrag komen in topsport veelvuldig voor. Nadat in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de eerste gevallen van anorexia in topsport werden opgetekend, werden de eerste studies gedaan naar de prevalentie van eetstoornissen in sport. Deze studies verschillen qua methodologie (bijvoorbeeld de vragenlijst en steekproef) en qua kwaliteit en zijn daarom moeilijk met elkaar te vergelijken. Over het algemeen komt het beeld naar voren dat eetstoornissen in sport vaker voorkómen dan daarbuiten en dat dit vooral in gewichtsgerelateerde sporten zoals esthetische sporten, sporten met gewichtsklassen en duursporten het geval is. Waar bepaalde persoonlijkheidstrekken (denk aan perfectionisme) de topsporter kwetsbaarder maken voor het ontstaan van deze problemen, zijn het de gewichtsgerelateerde druk en prestatiedruk die in topsport vaak heerst belangrijke factoren die (onbegeleid) lijngedrag in de hand kunnen werken. Wanneer gewichtsverlies wordt toegejuichd en een negatieve impact ervan wordt gebagatelliseerd, kan dit uitmonden in een eetstoornis waar de sporter zich steeds meer in verliest en niet zelfstandig uit kan komen. Onderzoek naar deze thematiek is dan ook in de tijd langzaam steeds meer verschoven van prevalentie, via risicofactoren naar wat we kunnen doen en moeten laten om de problematiek te kunnen voorkómen en succesvol te kunnen behandelen.

De studies naar prevalentie zijn dan ook over het algemeen van wat langer geleden. Een gouden standaard betrof het onderzoek van Sundgot-Borgen in Noorwegen. Zij heeft alle topsportende mannen en vrouwen laten deelnemen aan zowel vragenlijstonderzoek, waarna een gedeelte werd onderworpen aan een klinisch diagnostisch interview. Ook was er een controlegroep van dezelfde leeftijd die niet aan topsport doet om de getallen mee te kunnen vergelijken. Dit onderzoek is voor het eerst uitgevoerd in 1994 en wordt om de 10 jaar herhaald. De getallen en prevalentiecijfers in 2004 waren hoger dan in de 10 jaar daarvoor, waardoor de conclusie werd getrokken dat het probleem in de tijd is toegenomen. Er waren bovendien voldoende deelnemers om uit te kunnen splitsen naar diverse sporttakken en deze met elkaar te kunnen vergelijken en risicosporttakken te kunnen aanwijzen. Waar 20% van de vrouwelijke topsporters en 8% van de mannelijke topsporters een (sub)klinische eetstoornis had, betrof dit 9% (vrouwen) en 0,5% (mannen) van de Noorse gewone bevolking. Esthetische sporttakken zoals turnen en dans, gewichtsklassensporten zoals judo en duur-/antizwaartekrachtsporten, waaronder skischansspringen en cross-country skiing, populaire Noorse sporten, kwamen significant hoger prevalent naar voren. In 2014 waren er te weinig deelnemers bereid gevonden om mee te doen om deze vergelijking te kunnen doortrekken. Die studie liet ook zien dat eetstoornissen in topsport significant vaker voorkwam dan daarbuiten, maar tussen gewichtsgerelateerde en niet aan gewichtgerelateerde sporten werden die verschillen niet teruggevonden. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Met kleine aantallen deelnemers moeten de verschillen getalsmatig veel groter en consistenter zijn om ook statistisch significant te zijn. Een andere verklaring is dat er in gewichtsgerelateerde sporten wel degelijk pogingen zijn ondernomen om meer aandacht te schenken aan vroegsignalering en preventie van eetstoornissen. Daarnaast is er door een toenemende aandacht voor uiterlijk en social media ook een vlucht van eetproblemen in de gewone maatschappij en ook in niet-risicosporten zoals balsporten en teamsporten denkbaar. Ook in mijn praktijk hebben inmiddels diverse sporters uit sporten als voetbal, softbal, basketbal, hockey en volleybal zich bij mij gemeld; in sporten die voorheen werden beschouwd als beschermend en veilig. Hopelijk wordt het onderzoek in 2024 weer herhaald en nieuwe tendensen hierin meegenomen.

Wanneer recente studies worden gedaan, is het belangrijk om te kijken naar hoe het onderzoek is opgezet, hoeveel en welke deelnemers het betreft, welke sporttakken zijn meegenomen, of er een controlgegroep is en in welk land of welke sportcultuur het onderzoek is uitgevoerd. Zo is de collegiate sports-structuur in USA heel anders dan onze sportclubcultuur. Om een vergelijking te kunnen maken met eetproblemen in de Nederlandse topsport is het vanzelfsprekend dat alleen studies die in West-Europese landen zijn uitgevoerd enigszins generaliseerbaar kunnen zijn naar ons land.

Een voorbeeld is het recente onderzoek van Walter, Heinen en Elbe in 2022 wat door de Universiteit van Leipzig is uitgevoerd onder 439 topsporters in de leeftijd van 13-18 jaar (gepubliceerd in Sports Psychiatry, 2022; 1–10). Hierbij bleek 5.5% van de hele steekproef klinisch significante eetstoornispathologie te hebben, waarbij de groep vrouwelijke sporters van 15-18 jaar het hoogste percentage (9.6%) scoorde. Naast leeftijd, sekse en hoog-risicosporttakken, kwam de relatie die sporters leggen tussen gewichtsverlies en succes (’thin is going to win’ mythe) en de waargenomen sociale druk rondom eten en lichaamsvorm als belangrijkste risicofactoren naar voren. Deze resultaten bevestigen de indrukken die in eerder onderzoek zijn gevonden. Maar ook in dit onderzoek zijn diverse beperkingen qua methodologie en bijvoorbeeld de mogelijk impact van de coronapandemie op de resultaten terechte discussie-factoren. Desalniettemin onderstreept ook dit onderzoek weer de noodzaak en urgentie van een project zoals (W)eetwatjedoet en onze missie om eetproblemen de sportwereld uit te helpen.

Algemene vragen over de trainingen

Welke trainingen zijn er?

Standaard bieden we vier verschillende trainingen aan:

  1. Online training voor sporters. Een online training, ook wel e-learning of e-health genoemd, speciaal voor sporters die worstelen met gezond presteren en het vinden van een balans. De training bestaat uit 10 modules die je thuis op je eigen tempo zelf kunt doen.  
  2. Training op locatie voor sporters. Een training die bestaat uit 3 workshops die sporters samen met hun team, selectie of andere medesporters volgen. De training wordt op locatie gegeven, dus bijvoorbeeld op de sportclub of vereniging.
  3. Training op locatie (of online) voor trainers, coaches, staf en bestuursleden. De training bestaat uit 1 tot 5 workshops voor kader en bestuur waarin deelnemers leren hoe ze sporters effectief naar een gezonde topsportleefstijl kunnen coachen en een gezond prestatieklimaat op de club of bond kunnen inrichten.
  4. Training op locatie (of online) voor ouders. Deze training bestaat uit 3 workshops die parallel aan de training voor sporters, of los daarvan kan worden gevolgd. Een training voor ouders die ingaat op hoe zij Gezond Presteren kunnen stimuleren bij hun topsportkind.

Het geven van de juiste training die aansluit op de deelnemers is altijd maatwerk. Het aanbod dat op deze website wordt omschreven is daarom een uitgangspunt wat niet in beton is gegoten. We kijken per situatie samen met de opdrachtgever goed naar wie de doelgroep is, welke thema’s er spelen en welke trainingsvorm hier het best bij aansluit. Alles in overleg. Neem gerust contact met ons op om de mogelijkheden te verkennen.

Welke training past bij mij?

Dat ligt eraan of je sporter, coach, trainer, ouder, bestuurs- of staflid bent.

  1. Voor trainers, coaches, staf- en bestuursleden hebben we trainingen op locatie. Deze trainingen geven we op de club of vereniging voor jou en je collega’s. Naast coaches en trainers kunnen ook sportartsen, sportdiëtisten, sportpsychologen, fysieke trainers, vrijwilligers, begeleiders en andere staf- en bestuursleden deelnemen. De training bestaat uit 1 tot 5 verschillende modules die deels ook los van elkaar te volgen zijn. Onze trainingen worden altijd afgestemd op de specifieke sporttak en doelgroep. Sommige trainingen kunnen in verkorte vorm ook online worden verzorgd.
  2. Voor sporters hebben we twee soorten trainingen: een training op locatie die sporters samen met elkaar op de club volgen. Daarnaast hebben een online training die iedere sporter individueel zelf thuis kan volgen.
  3. Voor ouders bieden we een training op locatie aan die zij parallel aan de training voor sporters kunnen volgen. De training kan echter ook los van de training voor sporters worden gevolgd. De training voor ouders bestaat ook uit 3 workshops, die ook los of online te boeken zijn.
Kan ik ook persoonlijke begeleiding krijgen?

Jazeker, dat kan. Het volgen van een training kan veel losmaken en soms is het goed om daar met onze weet-trainer over door te praten en op te reflecteren. Bij de e-learning voor sporters is het mogelijk om e-coaching erbij af te nemen. Ook bij de online training voor coaches en stafleden is persoonlijke consultatie een extra optie. Wij bieden ná een offline training persoonlijke nazorg door onze ervaringsdeskundigen en verwijzen door naar passende zorg als een sporter meer nodig heeft dan onze workshops. Wanneer een sporter toch al te ver is afgegleden en 1 op 1 hulp nodig heeft, is er psychologische behandeling mogelijk bij Karin de Bruin in haar praktijk voor sportpsychologie of bij één van haar collega’s. Neem voor meer informatie of vragen hierover contact met ons op.

Wil je meer hulp of hulp in jouw eigen omgeving? Kijk dan op de zorgkaart, hier vind je (sport)artsen, sportdiëtisten en gespecialiseerde (sport)psychologen en therapeuten in heel Nederland.

Maak je een eetstoornis juist niet erger als je een training aanbiedt?

Dit is een angst die vaak bestaat maar ongegrond is. Moet ik er wel over beginnen? Zie ik het niet verkeerd? Maak ik het dan niet erger?

Het antwoord is nee. Bewustwording en bespreekbaarheid vergroten is altijd de 1e stap tot verandering en herstel. In onze training besteden we op een positieve manier aandacht aan thema’s als energiebalans, lichaamsbeeld, ontspanning en herstel, en tackelen we de risicofactoren op eetproblemen en hordes voor gezond eet- en beweeggedrag. Het is dus géén voorlichting over eetstoornissen (zoals we die aan trainers, staf en bestuur wel geven), maar een trainingsprogramma waarin sporters leren hoe ze gezond kunnen presteren. Daarmee proberen we het imiteren van verkeerde voorbeelden zoveel als mogelijk te voorkómen. En als sporters toch vastlopen, zijn we in elk geval in de buurt en bieden we 1 op 1 hulp of verwijzen we naar passende nazorg. We maken gebruik van gezonde rolmodellen die inmiddels de juiste keuzes maken en sporters kunnen inspireren om het goede te doen.

Online training voor sporters

Hoeveel kost een training?

De training kost 74,95 euro.

Zit er ook e-coaching bij?

Sporters kunnen tijdens het volgen van de online-training tussendoor technische vragen stellen aan het Online Weet Team. Ook is het mogelijk om apart anderhalf uur persoonlijke inhoudelijke begeleiding in de vorm van online e-coaching erbij aan te schaffen! Als er meer hulp of zorg nodig is dan de online training je kan bieden, kunnen we adviseren welk zorgaanbod passend is. Op onze zorgkaart vind je allerlei sportartsen, sportdiëtisten en (sport)psychologen of therapeuten die je persoonlijk kunnen ondersteunen. 

Hoeveel tijd kost de training?

De training bestaat uit 10 modules. Per module ben je ongeveer 1 tot 3 uur bezig. Alle modules komen in een keer beschikbaar en vanaf dat moment heb je altijd toegang tot het materiaal. Je kunt er dus zo lang of kort overdoen als jij zelf wilt.

Kan ik de online training samen met mijn teamgenoten doen?

Zeker, dat is zelfs een heel goed idee! Iedereen doet de training dan zelf thuis, maar je kunt ervoor kiezen om bijvoorbeeld jullie antwoorden op de opdrachten te bespreken of om persoonlijke ervaringen rondom de thema’s uit te wisselen.

Training op locatie – voor sporters

Hoeveel kost de training?

De totale training bestaat uit 3 modules en kost in totaal 1500,- exclusief of 1800,- euro, inclusief btw, werkboeken en een follow-up met 8 weken lang de nieuwsbrieven.

Zijn er ook losse modules af te nemen?

Nee, de training voor sporters kan alleen als totaalpakket worden afgenomen. Het is een goed doordachte training (en géén voorlichting) over een gevoelig onderwerp. We willen sporters de veiligheid, tijd en ruimte bieden om hierover met ons en met elkaar in gesprek te gaan. In een éénmalige workshop lukt dat onvoldoende.

Als je toch liever een eenmalige activiteit zou willen, of beperkt budget hebt, bieden we wel inspiratie-avonden waarin een ervaringsdeskundige zijn of haar herstelverhaal vertelt, en samen met een diëtist en/of een psycholoog de “lessons learned” met jullie komt delen.

Welke locatie is geschikt en wie regelt dit?

Bij voorkeur wordt de training op de club of vereniging gegeven. Een geschikte locatie is een ruimte waar we niet gestoord worden, waar we in alle vrijheid kunnen praten en waar we lekker kunnen zitten. Daarnaast is het handig als er een beamer of ander projectiescherm aanwezig is.

De opdrachtgever regelt de locatie.

Hoe kan ik het bestuur van mijn sportclub vragen deze training aan te bieden?

Door het gesprek met ze aan te gaan en het belang van dit thema aan te kaarten. Eetproblematiek komt veel voor in de (top)sport en iedere sportclub of vereniging heeft een verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen. Bespreek bijvoorbeeld de vermoedens die je hebt van eetproblematiek bij een sporter of bespreek het destructieve gedrag dat je waarneemt bij coaches en trainers. De sportclub of vereniging heeft een verantwoordelijkheid voor een veilig en gezond prestatieklimaat. 

Via onze quickscan kan het bestuur ook worden gestimuleerd om actie te gaan ondernemen.

Ook kan het helpen om de gratis coachhandleiding te downloaden waarin het belang van dit thema en de verantwoordelijkheid van de sport wordt uitgelegd.

Hoeveel deelnemers kunnen er meedoen?

Maximaal 15 sporters per training. In overleg zijn uitzonderingen mogelijk.

Mijn sport staat er niet tussen. Kan ik toch een training doen?

Zeker, neem contact met ons op! We hebben kennis en ervaring met veel verschillende sporttakken zelf in huis en daarnaast een groot netwerk binnen de (top)sport. Zo kunnen we altijd de juiste kennis of co-trainers erbij vragen.

Mijn teamgenoten willen niet… kan ik ook alleen meedoen aan een training?

Als je zelf geen team of groep hebt om de training mee te doen, dan kun je de online training, de individuele e-learning doen. Of zoek persoonlijke begeleiding van een zorgverlener op onze zorgkaart.

Welke materialen zijn er nodig?

Een beamer of projectiescherm, een geluidsinstallatie, een schrijfbord of flipover en stoelen om op te zitten. Wij zorgen voor onder andere een werkboek en powerpointpresentatie.

Mogen de ouders of trainers aanwezig zijn bij de trainingen voor sporters?

Nee, in verband met de vertrouwelijkheid is het belangrijk dat de sporters zich vrij voelen en zich volledig kunnen uitspreken. Voor ouders bieden we een speciale training aan die parallel aan of los van de training voor sporters kan worden gegeven en ook voor trainers en coaches zijn aparte modules ontwikkeld. In individuele gevallen op maat hebben we ook een extra trainingsbijeenkomst met sporters én trainers toegevoegd aan het trainingspakket.

Neem voor meer informatie contact met ons op voor de mogelijkheden.

Wil je als ouder in de tussentijd meer informatie? Op de website van voorheen BuroPuur, nu Stichting Kiem is veel gratis bruikbare informatie over eetstoornissen en tips voor ouders en naasten te vinden. Voor coaches is op onze website de samen met Stichting Kiem geschreven gratis coachhandleiding te downloaden.

Training op locatie – voor trainers, coaches, staf- en bestuursleden

Hoeveel kosten de trainingen?

De totale training bestaat uit 1 tot 5 modules. De prijs per module is 600,- of 1000,- per 2 modules op 1 dag, exclusief 21% btw. Soms is er een optie om de trainingen btw-vrij aan te kunnen bieden, bijvoorbeeld in het kader van beroepsopleidingen. Als een of meerdere modules structureel in de kaderopleiding wordt opgenomen of online wordt gegeven is een aanpassing van tijden en tarieven mogelijk. Ook kan er in sommige modules worden gewerkt met de inzet van trainingsacteurs. Per trainingsacteur is een meerprijs van 250,- tot 300,- exclusief btw en reiskosten.

Zijn er ook losse modules af te nemen?

Ja, dat kan in sommige gevallen wel. Wel raden we aan om de training als geheel (alle modules) te doen omdat de modules deel uitmaken van een complete leerlijn. Maar, maatwerk is mogelijk. Neem gerust contact met ons op om te kijken wat er bij jouw specifieke situatie past en wat er mogelijk is.

Mocht je toch losse modules willen afnemen: 1b en 2b zijn in verband met benodigde voorkennis alleen samen te volgen met respectievelijk 1a en 2b.

Module 1a, 2a en 3 zijn wel los van elkaar te volgen.

  • Module 1a: bewustwording, signalering, begeleiding, verwijzing
  • Module 1b: het gesprek aangaan
  • Module 2a: effectief en preventief coachen (theorie)
  • Module 2b: effectief en preventief coachen (praktijk)
  • Module 3: Beleid opstellen

Welke locatie is geschikt en wie regelt dit?

Bij voorkeur wordt de training op de club of vereniging gegeven. Een geschikte locatie is een ruimte waar we niet gestoord worden, waar mensen in alle vrijheid kunnen praten en waar we lekker kunnen zitten. Daarnaast is het handig als er een beamer of ander projectiescherm aanwezig is.

De opdrachtgever regelt de locatie.

Sommige modules zijn in kortere vorm ook online af te nemen.

Hoe kan ik het bestuur van mijn sportclub vragen deze training aan te bieden?

Door het gesprek met ze aan te gaan en het belang van dit thema aan te kaarten. Eetproblematiek komt veel voor in de (top)sport en iedere sportclub of vereniging heeft een verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen. Bespreek bijvoorbeeld de vermoedens die je hebt van eetproblematiek bij een van je sporters of bespreek het destructieve gedrag dat je waarneemt bij je collega-coaches en trainers.

Via onze quickscan kan het bestuur ook worden gestimuleerd om actie te gaan ondernemen.

Ook kan het helpen om de gratis coachhandleiding aan het bestuur te geven. Hierin wordt het belang van dit thema en de verantwoordelijkheid die de sport hierin heeft uitgelegd.  

Hoeveel trainers, coaches en andere deelnemers kunnen er meedoen?

Maximaal 15 deelnemers per training (of anders in overleg).

Mijn sport staat er niet tussen.. Kan ik toch een training doen?

Zeker, neem hierover contact met ons op! We hebben kennis en ervaring met veel verschillende sporttakken zelf in huis en daarnaast een groot netwerk binnen de (top)sport. Zo kunnen we altijd de juiste kennis of co-trainers erbij vragen.

Mijn collega’s willen niet. Kan ik ook alleen meedoen aan een training?

Vanaf januari 2023 zijn we gestart met open trainingen. Deze worden 3 keer per jaar verzorgd, in januari, mei en september. Neem een kijkje op Training voor coaches en staf – (W)EET WAT JE DOET (weetwatjedoet.nl) en schrijf je in voor de eerstvolgende open training!

Ook kun je zelf altijd de coachhandleiding lezen en een individueel coachconsult volgen voor jouw persoonlijke situatie bij Karin de Bruin in haar praktijk voor sportpsychologie.

We willen graag juist binnen een club of vereniging het kader de kans kans geven om met elkaar écht een verschil te kunnen maken en een cultuurverandering na te streven. Dus motiveer je collega’s en je bestuur voor een (w)eetwatjedoet training!

Welke materialen zijn er nodig?

Een beamer of projectiescherm, een geluidsinstallatie, een schrijfbord of flipover en stoelen om op te zitten.

Vragen over hulpverlening en de zorgkaart

Waarom de zorgkaart op deze website?

Preventie kan niet zonder nazorg. Na een WEET-workshop willen we als we signaleren dat iemand meer zorg of steun nodig heeft, ook de juiste en passende nazorg kunnen bieden. Ook los van de trainingen, worden we regelmatig benaderd door mensen die op zoek zijn naar een passende hulpverlener, die iets weet en kan met eetproblemen en met sport of dans. Daarom heeft Karin de Bruin deze zorgkaart opgesteld om een overzicht te maken van de hulpverlening aan sporters en dansers met beginnende eetproblematiek. Op de zorgkaart is te zien welke hulpverleners gespecialiseerd zijn in (beginnende) eetproblematiek in de (top)sport en op onze zorgkaart opgenomen wilden worden. Het kan echter zo zijn dat een sporter beter op zijn of haar plek is bij een behandelaar die niet per se gespecialiseerd is in sporters maar wel in eetproblematiek. Kijk dan naar het zorgaanbod van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE).

Welke criteria zijn voor de zorgkaart gehanteerd en wie staan erop?

Op de zorgkaart is te zien welke hulpverleners gespecialiseerd zijn in (beginnende) eetproblematiek in de (top)sport en op onze zorgkaart opgenomen wilden worden. Met specialisatie wordt bedoeld dat de betreffende hulpverlener (diëtist of psycholoog/therapeut) zich heeft verdiept middels een post-HBO of post-master opleiding in Eetstoornissen, of dat iemand minstens 1 jaar heeft gewerkt in een in eetstoornissen gespecialiseerde instelling. Voor (top)sport hebben deze zorgverleners affiniteit of ze hebben de bereidheid om zich in jouw sport te verdiepen. Verder zijn deze zorgverleners vrij en direct toegankelijk (wel met een verwijzing van bijvoorbeeld de huisarts). Bij voorkeur kunnen ze jou ook (deels) vergoede zorg bieden. Volgens de GGZ-standaard eetstoornissen is ervaring een belangrijk criterium om te kunnen spreken van een passend aanbod. Dit is vastgesteld op 10 cliënten per jaar. De zorgverleners op deze zorgkaart voldoen niet allemaal aan dit criterium. Zeker omdat het vrijgevestigde en ambulante hulpverlening betreft, wordt mogelijk niet volledig volgens de standaard gewerkt. Wel is door ons als eis gesteld dat een zorgverlener lid is van een beroepsvereniging om cliënten toegang te geven tot het tuchtrecht en een klachtsysteem. Ook is intervisie (regelmatig overleg met collega’s over je werkwijze), het hebben van een verwijsnetwerk, of het werken onder supervisie dan meer voor de hand liggend en een grotere garantie op kwaliteit.

Evengoed kan het zo zijn dat je geen klik ervaart met iemand of dat de aanpak niet bij je past. Ook hoeft sport en dans geen doorslaggevende factor voor je te zijn om de voor jou beste of juiste hulpverlener te kiezen. Het kan zeker zo zijn dat een sporter beter op zijn of haar plek is bij een behandelaar die niet per se gespecialiseerd is in sporters maar wel in eetproblematiek. Of dat er geen sprake meer is van een beginnende eetstoornis en dat er meer of andere zorg nodig is dan de zorgverleners op deze zorgkaart jou kunnen bieden. Kijk dan naar het zorgaanbod van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE).

Wanneer ga ik naar een sportarts?

Bij elke behandeling van een eetstoornis is de betrokkenheid van een arts gewenst, dit kan naast een sportarts, ook de huisarts of kinderarts zijn. Je kunt het best naar een (sport)arts gaan wanneer je lichamelijke problemen hebt, bijvoorbeeld snel blessures hebt, je menstruatie uitblijft of als je erg vermoeid bent. Verder kan een sportarts een inschatting maken van de lichamelijke belastbaarheid en adviseren in hoeverre iemand kan doortrainen en wedstrijden kan doen ten tijde van herstel van een eetstoornis.

Daarnaast kan een arts doorverwijzen naar een psycholoog of andere behandelaar. Dit geldt voor de huisarts of een (sport)arts/specialist die aan een ziekenhuis verbonden is. Deze verwijzing is nodig om een behandeling vergoed te krijgen door de ziektekostenverzekering of gemeente.

Wanneer ga ik naar een (sport)psycholoog?

Als je te maken hebt met een eetprobleem of een eetstoornis dan is het altijd aan te raden om contact op te nemen met een in eetstoornis gespecialiseerde hulpverlener, psycholoog of zorginstelling. Zij kunnen je helpen om realistischere gedachten omtrent voeding, zelfbeeld en presteren te ontwikkelen. De therapeuten op onze zorgkaart hebben een achtergrond als psycholoog, vaktherapeut (psychomotore therapeut of pmt-er) of toegepast psycholoog. Sommige zijn ervaringsdeskundig, andere niet.

De sportpsychologen op onze zorgkaart hebben allemaal een klinische achtergrond en zijn daarbinnen gespecialiseerd in de behandeling van (beginnende) eetstoornissen. Dat is een voorwaarde binnen de GGZ-standaard voor eetstoornissen voor de juiste kwaliteit van zorg. Dit geldt zeker niet voor alle sportpsychologen of psychologen in Nederland.

Wanneer ga ik naar een sportdiëtist?

Naar een sportdiëtist kun je het best gaan als je meer informatie wil over voeding rondom het sporten. Een diëtist kan je uitleggen welke voedingsmiddelen je nodig hebt, in welke hoeveelheid en op welke momenten, en waarom de voedingsmiddelen goed zijn. Dit afgestemd op jouw (sport)leefstijl. Wanneer je er met een diëtiste (binnen 3 maanden) niet in slaagt om je voedingspatroon in balans te krijgen, is het aan te raden om dit bespreekbaar te maken en meer of andere hulp te vragen, bijvoorbeeld van een in eetstoornissen gespecialiseerde psycholoog of instelling. Een behandeling van een eetstoornis vindt bij voorkeur plaats in een multidisciplinair team waarin minstens een arts, psycholoog en diëtist vertegenwoordigd zijn.

Heb je een specifieke vraag over een behandelvorm of consult bij een van de praktijken?

Bij specifieke vragen over behandelingen, trajecten of consulten van een van de praktijken op deze kaart, kan je contact opnemen door middel van het telefoonnummer of mailadres aangegeven op de sociale kaart van de praktijk zelf. 

Hoe actueel zijn de gegevens op de zorgkaart?

We doen ons best om de kaart zo actueel mogelijk te houden. Ten minste 1 keer per jaar worden alle gegeven gecontroleerd en geactualiseerd. Het (W)eet wat je doet project is niet aansprakelijk voor onjuiste of onvolledige gegevens.

Is de zorgkaart volledig?

Hoewel er met grote zorg is nagedacht over de partijen op de zorgkaart, kunnen we niet garanderen dat deze volledig is. Naast het feit dat er wellicht meer sportartsen, psychologen en diëtisten met expertise in eetproblematiek in de sport, zijn er ook andere typen hulpverlening mogelijk waar sporters met een eetstoornis veel baat bij kunnen hebben (bijvoorbeeld ervaringsdeskundigheid, psychomotore therapie, haptonomie of mindfulness). Het kan ook zo zijn dat een sporter beter op zijn of haar plek is bij een behandelaar die niet is gespecialiseerd in sporters maar wel in eetproblematiek. Kijk dan naar het zorgaanbod van de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen (NAE).

Wat doe ik als er een lange wachttijd is?

Helaas kunnen wij niets doen aan de wachttijden van de verschillende partijen. Mocht je sneller willen geholpen worden is het raadzaam om bij andere praktijken te kijken of te informeren naar de wachttijden. Een wachttijd is per praktijk verschillend en het is mogelijk dat een andere praktijk sneller plek heeft. Ook zorgverzekeraars kunnen je hierbij assisteren.

Hoe zit het met de kosten en verzekering van behandelingen?

Dit verschilt per zorgverzekeraar en per pakket. We raden je aan om contact op te nemen met je zorgverzekeraar of met een mogelijke behandelaar om uit te vinden welke kosten er worden gedekt.

Hoe kan ik fouten, problemen of vragen met betrekking tot de zorgkaart doorgeven?

Zie je een fout, zijn er technische problemen of heb je een vraag over de kaart? Neem dan contact op met info@weetwatjedoet.nl.

Mijn gegevens van mijn praktijk kloppen niet meer, wat kan ik doen?

Mochten de gegevens tussentijds zijn veranderd of niet meer kloppen, dan kun je contact opnemen met info@weetwatjedoet.nl.